Vanavond is de B1-groep in de les en in deze groep buigen ze zich graag over het waarom van ons Nederlands. Geregeld word ik in verbijstering aangestaard. Ik leer mijn eigen taal steeds beter kennen en ga me steeds vaker afvragen welke gek die eigenlijk in elkaar gezet heeft. ‘De telefoon zit in mijn tas’, komt voorbij. Een van de cursisten fronst zijn wenkbrauwen: ‘Waarom zitten?’ Een telefoon kan toch niet zitten? Nee klopt, glimlach ik vriendelijk terwijl ik koortsachtig een logisch antwoord probeer te bedenken. Waarom ‘zit’ er geld in je zak? Dat zeg je toch in geen enkele andere taal? Ik geef het op en doe nog maar een vrolijke duit in het zakje: ‘Je zit in Nederland ook op voetbal!’ Huh?? We zijn kennelijk een lui volkje, lach ik. En onze landsverdediging stelt vermoedelijk ook niet veel voor, want soldaten zitten hier in het leger..