We gaan in de B1-groep samen een tekst hardop lezen uit het boek maar voordat we beginnen, licht ik een paar termen toe. Het gaat over Koningsdag en de Nederlandse gewoonte om alle oude troep van zolder te halen en op straat voor een habbekrats te verkopen. Wat niet verkocht wordt, gaat naar de kringloopwinkel of naar Marktplaats. ‘Kennen jullie die, de kringloopwinkel?’ vraag ik vriendelijk. Een Griek knikt met een glimlach, ja die kent hij wel, die is er in zijn dorp ook. ‘Het is eigenlijk een recycle-winkel, dat is waar het woord kringloop op duidt’, zeg ik nog. Ik zie lichte verwarring op het gezicht van de Griek. ‘Kringloop komt van reclycling’, zeg ik nog een keer en ik maak met mijn vinger ten overvloede nog een cirkelgebaar. In verbazing trekt hij een wenkbrauw op: “Oh, ik dacht het is een winkel waar je rond moet lopen!”